Oplossing van de dure Euro
De Euro heeft een te grote munteenheid
Iedereen weet dat sinds het invoeren van de Euro in 2002 veel prijzen zijn gestegen, vooral in de horeca. De oorzaak hiervan is eenvoudig vast te stellen. Niet de Euro op zich maar de te grote munteenheid is de oorzaak hiervan. Om de kern van het probleem uit te leggen geef ik hier een voorbeeld, dan is het meteen duidelijk. Stel je geeft in een restaurant een fooi van €0,50, dat lijkt weinig maar in het gulden tijdperk was een zelfde een fooi van €1 wel goed. Voor het gevoel van geld is het zo dat hoe meer munten iets kost, hoe meer dat het lijkt. Een kopje koffie in een café van €2 lijkt goedkoper dan 4,40 gulden. Het is niet moeilijk meer voor te stellen hoe het komt dat de prijzen zo snel gestegen zijn. De prijzen van de meeste producten liggen om en nabij de één Euro, en hier wordt dus gemakshalve afgerond, meestal naar boven.
Een oplossing van de dure Euro is het verlagen van de munteenheid. De euro blijft dan gewoon behouden maar de Euro krijgt een lagere waarde. Stel, de waarde van Euro wordt verlaagd met een factor 2. Het zelfde kopje koffie kost dan €4. Je salaris en het geld op de bank wordt dan natuurlijk twee keer zo hoog, alles blijft in principe hetzelfde. Maar door de lagere muntwaarde kunnen de prijzen niet meer ongestraft worden opgeschroefd ten nadele van de consumenten.
Bij de invoering van de Euro is verzuimd de effecten van prijsstijging mee te nemen waardoor wij nu zijn opgescheept met een onhandige munteenheid. Mijn voorstel is om de muntwaarde van de Euro te veranderen om tegemoet te komen aan het algemene onbehagen van de te dure Euro.
De wet van Benford en de Euro
Deze wet beschrijft het verschijnsel dat in veel verzamelingen van getallen uit het normale leven de meeste van die getallen met een 1 beginnen. Op grond van deze wet is het zo dat het invoeren van een een lage muntwaarde van de Euro opnieuw de meeste prijzen met een zullen 1 beginnen.